Inhoudsopgave
De kosten voor Nederlandse producenten zijn opnieuw gedaald. Dat is goed nieuws voor jouw portemonnee, want lagere afzetprijzen kunnen op termijn leiden tot minder inflatie. Volgens het CBS zijn de prijzen in mei 0,5 procent lager dan een jaar eerder. Dat komt vooral door een forse daling van de olieprijs.
Olieprijs als bepalende factor
Een belangrijke oorzaak voor deze ontwikkeling ligt bij de prijs van ruwe aardolie. De prijs van een vat North Sea Brent-olie lag in mei maar liefst 26 procent lager dan in mei vorig jaar. In april bedroeg dit verschil zelfs 29 procent. De daling van de olieprijs vertaalt zich direct in lagere kosten voor industriële productie, met name in sectoren die sterk afhankelijk zijn van aardolie.
De aardoliebranche werd in dit verhaal het hardst getroffen. De prijzen van aardolieproducten lagen in mei 20 procent lager dan in dezelfde maand vorig jaar. Ook de chemische industrie liet een daling zien van 3,2 procent op jaarbasis. Ten opzichte van april daalden de afzetprijzen in de totale industrie met 0,3 procent. De exportprijzen namen af met 0,5 procent, terwijl de binnenlandse prijzen stabiel bleven.
Invloed op inflatie
Dalende producentenprijzen kunnen de inflatie temperen, omdat bedrijven hun kosten doorgaans doorberekenen aan consumenten. In periodes waarin prijzen stijgen, leidt dit vaak tot een oplopende inflatie. Nu producenten hun prijzen verlagen, zou dit op termijn kunnen leiden tot lagere consumentenprijzen, mits bedrijven de daling ook daadwerkelijk doorvoeren naar de consument.
De daling van de producentenprijzen onderstreept de impact van mondiale energieprijzen op de Nederlandse industrie. Hoewel de afname relatief beperkt is, wijst de trend op een bredere economische ontwikkeling waarin kosten dalen. De komende maanden zullen uitwijzen of deze trend zich doorzet en wat dit betekent voor de inflatieverwachtingen. Een hoopvol signaal is het zeker.
