Verschillende parlementariërs maken zich toch zorgen. Zij vrezen namelijk dat de de digitale euro onvoldoende privacy biedt en dat burgers hun spaargeld bij de centrale bank gaan onderbrengen in plaats van bij commerciële banken. Dat zou de particuliere bankensector kunnen verzwakken.
Cipollone verzekerde dat de ECB geen persoonlijke betaalgegevens van gebruikers zal opslaan en dat een offline-versie van de digitale euro qua privacy vergelijkbaar zal zijn met contant geld.
Toch blijven er twijfels. Pierre Pimpie, lid van de rechts-populistische en eurosceptische groep Patriots for Europe, waarschuwde dat rekeningen bij commerciële banken leeggetrokken zouden kunnen worden zodra de digitale euro beschikbaar is. Hij bekritiseerde ook dat de ECB de bevoegdheid krijgt om een bestedingslimiet voor digitale euro’s vast te stellen, die in crisistijd eenvoudig kan worden verhoogd.
Cipollone antwoordde dat zulke limieten altijd op basis van gedegen analyse worden bepaald. Bovendien, zo stelde hij, zouden grote bedrijven en vermogenden bij een crisis waarschijnlijk toch hun geld naar buitenlandse stablecoins verplaatsen, waardoor de digitale euro niet het grootste probleem zou zijn.
Volgens de roadmap zal de wet komen in 2026 en zal de uitrol plaatsvinden in 2029. De ECB gaat ervan uit dat de benodigde wetgeving in het tweede kwartaal van 2026 rond kan zijn. Hiervoor moeten het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van de EU instemmen. Daarna volgt een ontwikkel- en testfase van ongeveer drie jaar. Als alles volgens plan verloopt, zou de digitale euro rond 2029 kunnen worden gelanceerd. Eventuele politieke discussies en technische uitdagingen kunnen dat proces echter vertragen.
